Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Mensenkind, [32]die van het huis Israels zijn Mij tot [33]schuim geworden; zij zijn allen [34]koper, of tin, of ijzer, of lood, in het midden des ovens; zilverschuim zijn zij geworden. 32. Hebreeuws, het huis van Israel is mij, enz. 33. Zie Jes.1:22; Jer.6:28,29,30, met de aantekening. 34. Inplaats dat zij fijn goud en zilver behoorden te zijn, dat is, oprecht, heilig en vroom.